Y-scientist » Specials » Roeien

Coachen van beginnende en halfgevorderde roeiploegen

Coachen van beginnende en halfgevorderde roeiploegen Veel roeiers zouden ook wel willen coachen, maar hebben geen idee hoe. Welke technische basisdingen zijn het belangrijkst en welke oefiningen kun je je roeiers laten doen? Ook als je zelf roeit en helemaal niet coacht, kun je veel aan deze info hebben. En als je zelf liever roeit dan coacht, kun je er voor je eigen roeien ook veel aan hebben om eens met een ploeg mee te fietsen en te proberen hun fouten te benoemen en te verbeteren.

Techniek

Wat betreft de techniek van het roeien, zijn er een aantal dingen die meteen vanaf het begin aandacht moeten krijgen, zoals fasering, gelijkheid en ritme, hoewel dat laatste vooral in het begin nog een erg moeilijke term is.

Fasering

Bij het aanleren van de roeibeweging aan totale beginners, is er één ding heel belangrijk en dat is dat de roeiers de fasering goed leren. Er zijn verschillende termen die hetzelfde inhouden, zo kan fasering ook beschreven worden met de volgorde in de haal of de beweging, en waarschijnlijk met nog een heleboel andere termen. Wat er mee bedoeld wordt, is het volgende:
uitgaande van de inpik, begint de roeier eerst met het uittrappen van de benen, daarna komt pas de rug, en helemaal op het eind de armen. In de echte haal loopt het een en ander iets vloeiend in elkaar over, maar in heel veel gevallen minder dan de roeier zal doen.

Het is erg moeilijk om de fasering aan te leren aan volwassenen, terwijl kinderen het uit automatisme vaak direct goed doen. Een mogelijke reden daarvoor is dat kinderen nog niet sterk genoeg zijn in rug en armen, en dus aan het begin van de haal geen andere mogelijkheid hebben dan het uittrappen van de benen. Als de armen of de rug nog niet zo sterk zijn, kunnen die niet tegen de benen in al beginnen met kracht leveren, de benen zullen het altijd winnen.

Ook al is het moeilijk, de fasering is het allerbelangrijkste om aan te leren. Vooral de ergometer kan hier goed voor gebruikt worden. Het lijkt zo'n saai ding, maar hij heeft veel meer mogelijkheden dan uren lang alleen maar met het verstand op nul heen en weer bewegen.

Gelijkheid

Naast de volgorde in de haal, is het ook nog belangrijk om de roeiers gelijk te laten roeien. Het beste kan dan begonnen worden om ze gelijk te krijgen in de derde stop. De derde stop, en dat komt later ook nog aan de orde, is die positie in de recover waarin de armen gestrekt zijn, de rug naar voren is gebracht, en de knieën nog gestrekt zijn. De bladen zijn horizontaal en zweven boven het water, en ná de derde stop wordt er pas weer opgegleden naar de inpik toe. Roeiers die al wat langer roeien en stijvere of oudere mensen kunnen wel eens last hebben om in de derde stop te blijven zitten, doordat de hamstrings wat kort zijn. Die kunnen makkelijk opgerekt worden (buiten de boot) en dit is ook belangrijk omdat ze anders steeds korter worden en de roeier niet meer goed in de derde stop zal kunnen zitten. Tijdens de doorgaande haal valt het vaak niet zo erg op, maar als iemand in de derde stop stil moet zitten, des te meer.

De derde stop is een goed punt om te proberen de roeiers in eerste instantie gelijk te krijgen. Omdat de hele roeibeweging als een ketting aan elkaar zit, en eigenlijk geen begin of einde heeft, is het moeilijk een punt aan te wijzen om gelijkheid in te verkrijgen. Maar de derde stop is eigenlijk de minst slechte. Gelijkheid bij de inpik is belangrijk, maar het op elkaar wachten bij de inpik is absoluut ongewenst – het verhindert een directe inpik. Gelijkheid bij de uitpik ik belangrijk maar als de haal niet gelijk gemaakt wordt, is een gelijke uitpik quasi onmogelijk. En een gelijke haal krijg je alleen als je gelijk begint met de haal, dus ook tegelijk aankomt in de inpik, dus ook gelijk glijdt in de recover en dus gelijk begint met glijden. En dat doe je na de derde stop. Daarom is de derde stop een goed punt om te beginnen de roeiers gelijk te krijgen, maar uiteindelijk willen we ze natuurlijk overal in de haal gelijk krijgen en zullen er andere punten komen om gelijk te krijgen.

Naast de derde stop is, zoals vermeld, een gelijke en directe inpik ook erg belangrijk. Soms wordt de inpik ook omschreven als het plaatsen of het inzetten van het blad. Bij beginnende ploegen is dit een heel moeilijk punt. Er zal gewacht worden tot iedereen bij de inpik is en dan zal er pas geplaatst worden. Wachten is nooit de bedoeling... Bij een beginnende ploeg is het dus erg belangrijk om te zorgen dat áls de roeier bij de inpik komt, er direct geplaatst kan worden. De makkelijkste oplossing voor een plaats-probleem is het op tijd draaien van het blad. Beginnende ploegen zullen het blad 'klippen', d.w.z. snel draaien, maar uiteindelijk willen we ernaar toe dat het blad zo ongeveer vanaf de derde stop langzaam wordt gedraaid naar verticaal waarbij er in die beweging meteen doorgegaan wordt met het plaatsen van het blad. Dat plaatsen gebeurt dan in de vaarrichting, en niet in de tegengestelde richting. Voor de roeier gebeurt het plaatsen in de tegengestelde richting van waarin hij beweegt. Hij beweegt richting hek (kontje van de boot), het blad beweegt richting boeg.

Ritme

Dan is het nog belangrijk dat er al in een vroeg stadium een soort van ritme aangeleerd wordt. De duur van de haal is ongeveer twee keer zo kort als de duur van de recover. Veel beginnende ploegen maken er een ruitewisser systeem van. Dat kan niet alleen voorkomen worden door het vertragen van de recover (het opglijden) maar ook door meer kracht in de benen proberen te stoppen. Dat is in het begin nog erg moeilijk, en ook niet altijd gewenst, omdat kracht meestal alle coordinatie te niet doet. Maar ook daar kom ik straks nog op terug.

Leuk

Niemand in deze tijd en in dit land is verplicht om te roeien. Het mag dus best leuk zijn! Maar dat is voor de coach soms niet zo makkelijk... Het is lastig om je geduld te bewaren als iemand er echt helemaal niks van bakt, en het ook niet lijkt te gaan leren. Toch blijft het voor iedereen het leukst als de stemming gewoon leuk blijft. Natuurlijk is dat een ontzettende open deur, maar niet verkeerd om te onthouden als je je staat te verbijten bij een slecht presterende ploeg als het ook nog regent!
Er zijn een paar handigheidjes. Probeer tóch ook iets positiefs te zeggen. Bijvoorbeeld dat iemand heel hard zijn best doet. Dat vindt iedereen leuk om te horen, en als het zo is, mag het best gezegd worden.
Je kunt er vaak goed een grapje van maken. Iemand die met zijn bladen bijna over de bode
m van de rivier gaat, kan dat best op een leuke manier te horen krijgen en met een lach op het gezicht van de coach (geen uitlach...). Het is ook wel goed om de roeier te laten zien wat hij fout doet, door het zelf voor te doen. Om het het beste over te brengen, zal je de fout erg overdrijven, en dat kan je er dan ook maar het beste bij zeggen. Maar het helpt vaak veel voor het begrijpen van de fout. En soms moet het kwartje even vallen en moet je de roeier daar tijd voor geven. Dus niet meteen; 'nee, nee, nee', maar even wachten en dan; 'dat was nog niet helemaal goed, maar we proberen het nog eens.' En soms kan de roeier ook heel goed zelf bedenken dat hij het niet goed deed, en weet hij precies hoe het wel moet, maar lukt het gewoon nog niet.

Oefeningen

Er zijn natuurlijk heel veel oefeningen die je je roeiers kunt laten doen, allemaal met een ander doel. Sommige oefeningen zijn prettig om te doen, en het is meteen duidelijk waarom je ze doet, aan andere oefeningen zullen je roeiers een hekel hebben. Juist bij deze oefeningen is het belangrijk dat je benadrukt waarom je ze doet.
Goede en belangrijke oefeningen zijn bijvoorbeeld:
Pimanov - voor de volgorde
Vast blad - voor het aanleren van een goede drukopbouw op het blad
Stopslagen - voor de gelijkheid in een ploeg en het faseren van de recover
Spoelen - voor de gelijkheid en het juist aanleren van de fasering in haal en recover
Uitlengen van achteruit - voor gelijkheid en juiste wegzetsnelheid
In mijn artikelen over Oefeningen voor (halfgevorderde) roeiers staan de oefeningen beschreven.

Met gevoel

Het moeilijkste om aan te leren, is misschien nog wel het met gevoel roeien. Een roeier die kijkt naar zijn voorganger, is altijd te laat. Omdat je ogen eerst de informatie moeten verwerken, en daarna weer een signaal naar het lijf moeten sturen om in actie te komen. En eigenlijk weet een roeier ook wat er moet gebeuren: als hij voorin in, moet hij zijn blad plaatsen, en als hij achterin is, moet het blad eruit. Tussendoor moet hij voelen aan de druk op het blad, wanneer er druk opgebouwd moet worden. Voor beginnende roeiers is dit waarschijnlijk hocus pocus, maar je kunt wel beginnen met het aanleren van het gewoon maken van de roeibeweging zoals hij weet hoe die moet, en het controleren van zichzelf door het luisteren naar de inpik en het voelen van het glijden van de andere roeiers door de boot heen. Als het dan fout gaat ('mijn uitpikgeluid was op een heel ander moment dan dat van de rest'), kan hij zich in de volgende haal weer corrigeren.

Verschillende haalbeelden

Natuurlijk zijn er verschillende haalbeelden en opvattingen over hoe je mensen zou moeten leren te roeien. Maar bovenstaande is een basis voor het aanleren van de roeibeweging. De rode draad hierbij moet zijn dat het roeien leuk moet zijn, en dat het leuker wordt, naarmate het beter gaat. Dat het daarmee ook sneller gaat, is voor veel mensen bijzaak en voor anderen hoofdzaak. Maar dat het leuker wordt, is voor iedereen meegenomen.

Oefeningen voor roeiers

Voor het aanleren van roeien bestaan een heleboel oefeningen. Een aantal belangrijke, voor het begin maar ook voor meer gevorderden, zijn Pimanov, met vast blad roeien, stopslagen en spoelroeien.

Oefeningen voor halfgevorderde roeiers

Er bestaan tal van oefeningen voor roeiers waardoor de roeibeweging beter wordt of de roeiers beter leren de gelijkheid in de boot te krijgen. Uitlengen van achteruit, zwelhalen maken, tien kleine neg…
Oefeningen voor gevorderde roeiers

Oefeningen voor gevorderde roeiers

Voor gevorderde roeiers zijn de oefeningen Afwisselend klippen, mini-uittrap en scherp inpikken. Dit zijn lastige oefeningen, maar ze zullen de roeiers zeker helpen.
Gepubliceerd door Y-scientist op 24-05-2010. Het auteursrecht (tenzij anders vermeld) van deze special ligt bij de infoteur. Zonder toestemming van de infoteur is vermenigvuldiging verboden.

Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Rwalp, Pixabay